

Zulke kronkelige zigzagsporen: dat moet het werk zijn van een slak
die met zijn rasptong voer afschraapt van bladeren, bast, hout
waarop algen, schimmels of ander eetbaars groeit.

Op een begroeid hard oppervlak (glas, metaal) staan de spitse rasptandjes
scherp afgetekend in de sporen van die zigzag likkende koppen van al die
kleine en grote slakken, die ieder een nog onbegraasde route zochten.

Wat is er afgeschraapt, waardoor er lichter groen blad overblijft?
Bladluizen in de boom erboven hebben hun zoete ‘honingdauw’ erop gepoept,
daarin groeit zwarte roetdauwschimmel: geliefd slakkenvoer om af te raspen.

Een slak rust uit op zijn afgeschaafde blad,
een lieveheersbeestje zoekt nog restjes honingdauw in de dieptes van nerven,
waar slakkentongen niet bij konden komen?

