
Nu de bladeren bijna vallen moeten de galbewoners hun laatste slag slaan
voor ze met gal en al vallen om in hun ‘huisje’ te overwinteren.
Een galwespje legde haar ei en ‘dwong’ het blad er een gal omheen te groeien,
volgens haar soorteigen concept, als kraamkamer.
Gele vlekken waar de galwesplarven zich tegoed gedaan hebben.
Maar nog genoeg bladgroen om ‘gezond’ verder te leven en zelfs nog meer
beestjes, spinnetjes, schimmels (met zwarte puntjes) te herbergen.



Lensgallen (de harige) en plaatjesgallen,
van (verschillende soorten) galwespjes.