
Terwijl al zoveel vruchten rijpen en dan hun zaden vrijlaten,
groeit de stengel nog steeds stijf en stevig door, recht omhoog, om op de top
nog meer late bloemen te groeien, die vooral ’s nachts bloeien en geuren.
Bijen worstelen zich langs het draderige stuifmeel dat baardig vastplakt en
zich niet netjes laat inpakken in haar stuifmeelkorfje: zo verliest ze veel, en het vliegt lastig,
maar de bloeigeur lokt sterk genoeg, naar de nectar onderin!
