

Daar zitten ze in file, hun steeksnuit in een nerf geboord, in een bastvat om er
het bastsap uit te zuigen: vol suikers en bouwstoffen, die onderweg waren
naar plekken waar de plant moet groeien/repareren.
Er moet wel veel te halen zijn als ze zo vrouwtje-aan-vrouwtje zitten!

Volwassen vrouwtjes met een sliert kinderen achter zich aan die ze
aan de lopende band levend baren (geen eitjes!), zonder mannetjes en sex:
dat kan dus flink doorfokken! Maar als hun voedsel opraakt ontstaan er
gevleugelde vrouwtjes, die nieuwe sap-planten moeten gaan zoeken.

Wat ze teveel opzuigen persen ze via die buisjes achterop er weer uit:
daar komen meteen mieren op af om hun zoete sap te ‘melken’,
of het valt als ‘honingdauw’ naar beneden, voor andere sapliefhebbers.
Zulke vastgeprikte en suikerrijke beestjes zijn ook een gewilde prooi voor
larven van lieveheersbeestjes, zweefvliegen, en voor sluipwespjes.



Klik hier voor bladluizen op riet, met ook geparasiteerde bladluizen